De vierde 10 jaar: 1991 – 2001
Aflevering vier:
De jaren negentig
De vorige aflevering eindigde met de financiële steun die de ‘leden’, lees vaste bezoekers, de Stadhuisconcerten Naarden gaven om te kunnen overleven. Dat neemt niet weg dat het bezoekersaantal toch ook in de jaren negentig een probleem bleef. Om kwalitatief te kunnen programmeren, heb je voldoende bezoekers nodig om de musici en de zaal te kunnen betalen. Gelukkig is de gemeente ons destijds steeds ter wille geweest door een zeer schappelijke zaalhuur te rekenen en veel in natura te geven. Maar toch, het bleef altijd puzzelen om alles goed voor elkaar te krijgen.
En zo werden jonge, aanstormende musici een vast onderdeel van het programma. Het mes sneed aan twee kanten: wij bewezen de jonge, veelbelovende musici een dienst door hen een podium te bieden en voor ons bleven de kosten beperkt omdat zij nog geen hoge gages vroegen. In onze statuten staat dat we educatief moeten zijn, maar dat heeft betrekking op het publiek, over déze vorm van educatie, gericht op de jonge musici, die het vak ook moeten leren door veel op te treden, staat niets in de statuten, maar we hebben ook dit aspect omarmd en vanaf die tijd is het traditie geworden om elk seizoen een podium te bieden aan jong talent.
Muzikaal adviseur Jurriaan Röntgen had er, met zijn grote netwerk in de muziekwereld, een heel goed oog voor om jong talent in het vizier te krijgen.




rising stars
We hebben in samenwerking met muziekscholen de allerjongsten laten komen, met hun driekwart viool en hun moeders en vaders ter begeleiding. Dat was heel vertederend, maar organisatorisch ook heel ingewikkeld, uiteindelijk te ingewikkeld voor onze organisatie. We hebben steeds de prijswinnaars van de diverse concoursen zoals het Prinses Christina Concours op ons programma gezet. Dat levert een lijst namen op van musici die nu allemaal een glansrijke carrière hebben: klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer, sopraan Nienke Oostenrijk, violiste Nadia Wijzenbeek, celliste Doris Hochscheid en pianiste Daria van den Bercken, en de lijst is nog veel langer. Ze zouden geen van allen misstaan hebben in de serie ‘Rising Stars’ van de echte Kleine Zaal. En, ze zijn allemaal minstens één maal bij ons teruggekomen.
We hebben een fragment van de Sonate voor klarinet en piano op.120 nr.2 – deel II van Johannes Brahms door Lars Wouter van den Oudenweijer, klarinet & Hans Eijsackers, piano.
Maar ook via andere wegen wist Jurriaan jong talent te vinden. Zo trad Janine Jansen voor ons op in 2000, toen nog niet echt bekend, maar met een spel waarvan iedereen meteen diep onder de indruk was.
Liza Ferschtman trad samen met haar moeder, de pianiste Mila Baslawskaja, op in 1994, vijftien jaar oud en ruim voordat zij in 1997 winnares zou worden van het Nationaal Vioolconcours Oskar Back. Jurriaan had een vooruitziende blik!



Schumann
Hier kunt u een fragment beluisteren van Liza Ferschtman, viool en dan niet met haar moeder als pianist zoals op het concert maar met Enrico Pace. Ze spelen Schumann.
Wat opvalt in de programmering van deze jaren is de grote hoeveelheid blazers, in allerlei samenstellingen. Maar liefst zestien maal stonden er blazers op het programma. Is dat toeval? Waren blazers toen ‘in de mode’? Hoe dan ook, vrijwel alle blaasinstrumenten kwamen langs in de meest uiteenlopende programma’s, met als klap op de vuurpijl in 1997 het Nederlands Blazers Ensemble met een Strawinsky programma. Het zullen heel wat decibellen geweest zijn in de Burgerzaal!

vijf zangstemmen a capella
Ook Vocaal Ensemble Quink stond op het programma, vijf zangstemmen a capella, die het publiek meenamen naar Engeland met muziek van Ralph Vaughan Williams, Benjamin Britten en Mátyás Seiber, een Hongaarse musicus, die naar Engeland vluchtte en daar een productief en zeer gewaardeerd componist werd.
We hebben ook een opname van Linden Lea van Ralph Vaughan Williams door het Quink Vocaal Ensemble.
Kortom, het vierde decennium van ons bestaan ging financieel gezien niet bepaald van een leien dakje, maar muzikaal gezien was het een prachtige tijd, met de meest uiteenlopende muziek, maar altijd van de hoogste kwaliteit.